vrijdag 20 november 2015

Monument voor de Liefde

Een monument voor de grote Russische dichter Osip Mandelstam en zijn vrouw Nadezjda.

Het project bestaat uit het plaatsen van twee gedenkbeelden, één in St.Petersburg en één in Nederland, waarmee de culturele band tussen Oost en West versterkt wordt.
In mei 2010 werd het beeld op het binnenterrein van de universiteit in St.Petersburg, SPBGU, onthuld. Op 25 september 2015 wasl de feestelijke onthulling van het beeld in de Nadezjda Mandelstamstraat in Amsterdam Zuidoost.
Hier een impressie van De Plaatsing en De Onthulling.

zondag 8 november 2015

Özil 11

Het gebeurt nooit dat ik vóór 9 uur in de ochtend 2 glazen champagne zit te drinken in de Bieb. Af en toe heeft een mens een mazzeltje. Voor mij was dat zondagmorgen. 
NPO Radio 4 organiseerde een champagne-ontbijt en dat leek mij wel wat. Ik had mij online en met een digitale omweg aangemeld en twee dagen later had ik een uitnodiging te pakken.

Die omweg had te maken met dat ik nooit zo snel het opgegeven mailadres kan opschrijven laat staan dat ik het kan onthouden. Dat wordt dan zoeken op de website. Daar kom ik dat hele adres niet tegen, ik raak uit m’n humeur (waarom klopt de wereld toch nooit?) en vul dan maar gewoon op het eerste de beste e-adres in dat ik tegenkom. En dat blijkt dan goed te gaan en klopt mijn kleine wereld voor een kort moment.

Na een wilde rit met de nachtbus en bijna te laat kom ik aan in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam, de OBA. Het gaat allemaal om de aftrap van Nederland Leest 2015 in een 
radio-uitzending. Ik zit achteraan met een kartonnetje op schoot met daarop een broodje kaas en een croissant en op de vloer m’n eerste champagne in een echt glas. Mazzelaar die ik ben. 

Even uitleggen. Elke zondagochtend is er op NPO Radio 4 een uitzending met daarin als gast meneer Snijders. Het programma wordt gepresenteerd door Niels. Meneer Snijders leest altijd een Zeer Kort Verhaal voor, een ZKV. De afkorting ZKV is een uitvinding van meneer Snijders. Voorafgaand aan dit voorlezen hebben de heren een min of meer stroef interviewtje. Snijders spreekt bedachtzaam en langzaam, lijzig zelfs. Probeert de dingen helder en hier en daar geestig onder woorden te brengen en daar neemt hij de tijd voor. Het radioprogramma is eigenlijk bedoeld voor klassieke muziek dus al te lang praten moet beperkt worden. Niels wil nog wel eens een tikkie ongeduldig worden. Zeker als Snijders bijvoorbeeld zegt (lees dit langzaam): “Nee Niels, dat begrijp je toch niet helemaal goed”. Snijders vindt het fijn om de naam Niels te gebruiken.

Met m’n kartonnetje op m’n knie zit ik tijdens de uitzending om me heen te kijken en verbaas me erover dat er zoveel mensen bij zo’n uitzending betrokken zijn. Bij sommigen kom ik er niet achter wat zijn of haar functie nou precies is. Maar dat zal aan mijn onkunde liggen. Tussen het broodje, de croissant en de slokjes champagne door volg ik de uitzending. Niels en Snijders hebben weer hun gesprek en minder stroef dan ik gewend ben. 

Bij radio moet je eigenlijk geen beeld hebben. Dat remt je verbeelding. Je maakt je een voorstelling van het gezicht bij de stem. Niels had ik nooit eerder gezien. Hij lijkt op z’n stem. Snijders niet. Althans tot voor kort. Ik heb altijd gedacht dat de radio-meneer-Snijders een verdienstelijke onbekende schrijver was. Een vriendelijke meneer op jaren ergens uit de provincie met dito uiterlijk. Niks artistiekerigs bedoel ik maar. Tot een TV-optreden van hem mij uit de droom hielp. Het was niet zomaar een meneer Snijders maar A.L.Snijders en hij was prof-schrijver compleet met artistiek sikje en zeer kunstzinnige wenkbrauwen. A.L. lijkt nu wèl op z’n stem. Ik vind m’n oude beeld eigenlijk mooier, maar ik doe het er maar mee. Hij kan mooi schrijven en voorlezen.

Maar dat wou ik allemaal niet vertellen. 
Eindelijk wilde ik het hebben over twee jongetjes die voor mij zaten. Twee broertjes samen met hun moeder, naar ik aanneem. Jongetjes met de leeftijd van 8, 10 of 12 jaar, in ieder geval niet de leeftijd om aanwezig te zijn bij dit soort literaire bijeenkomsten. Dat bleek ook wel, ze speelden met gebogen blonde hoofdjes voetbal-spelletjes op hun smartphones. Een van de broers had zelfs een voetbalshirtje aan met op de rug de mededeling Özil 11. Ze waren ook helemaal niet voor Niels of A.L. gekomen en ook niet voor de pianist of de man van de CPNB en ook niet voor de bibliothecaris van de OBA. Moeder had ik horen smoezen met iemand van de radio die ze blijkbaar kende en waarmee ze blijkbaar had afgesproken dat haar jongens even in de regie mochten kijken. Kijken bij de piloot maar dan minder spannend. De broertjes werden opgehaald en zo’n 10 minuten later ook de moeder, die na een kwartier, zonder zoontjes weer terug kwam. Door al deze observaties is het een wonder dat ik m’n aandacht ook nog bij de uitzending heb kunnen houden. 
Het was mij eerst niet opgevallen dat de microfoons geen plopkap hadden. Dat is ook helemaal niet nodig met de moderne microfoons. Vroeger wel. Elke P die werd uitgesproken kon de microfoon niet verwerken en gaf een ploppende Plop. Een plopkap, of eigenlijk een antiplopkap gaf soelaas. De plopkap moet toch nog steeds want de naam van de zender staat erop. Bij de TV is daar wat voor te zeggen, maar bij radio?  Er kwam een verantwoordelijke redactrice aansnellen met een paar lichtblauwe schuimplastic bollen met de 4 van de NPO erop. Na afloop vertelde ze me dat dat voor de foto’s was die later op de website te zien zouden zijn. De mensen willen zien en niet alleen maar horen. Aan het einde van de uitzending werd de promotiecampagne Nederland Leest gestart met een bescheiden pfff in plaats van een feestelijke plop van de champagnekurk. Applaus. 
Tijd voor m’n tweede glas en nog een broodje kipfilet, mazzelaar die ik ben.

Het was een mooie ochtend. 
Ik loop naar buiten, de drijvende chinees ligt grijs in de mist.
Vreemd, de Özil 11-broertjes heb ik niet meer teruggezien.




Christiaan Langenberg (2 november 2015)